Onze atmosfeer bestaat uit allemaal soorten lagen. De 2 lagen die het dichts bij de aarde liggen heten de troposfeer en stratosfeer. De troposfeer ligt op 12 kilometer hoogte vanaf de aarde. De hoogte van troposfeer kan verschillen, want in het noorden bij de noordpool is de hoogste een stuk lager dan rond de evenaar. Bij de evenaar is het namelijk weer een stuk hoger. De stratosfeer ligt gemiddeld vanaf 12 kilometer tot 15 kilometer. De tempratuur in dit deel van de atmosfeer neemt steeds toe hoe verder je de hoogte in gaat, terwijl dat in de troposfeer juist afneemt hoe verder je de hoogte in gaat. In allebei de lagen komt een bepaalde gas voor. Het gas dat erin voorkomt noem je ozon. Ozon ontstaat uit zuurstof met invloed van ultraviolette stralingen van de zon, de vorming van de gas vormt vooral in een bepaalde laag in de stratosfeer. De laag noem je de ozonlaag. De ozonlaag beschermt organismes op aarde tegen de ultravioletstralingen, want te veel ultraviolette straling is slecht voor een organisme. De afgelopen jaren is de ozonlaag dunner geworden, door allemaal stoffen die de mens gebruikt die schadelijk zijn voor de laag. De dunnere laag zorgt ervoor dat er meer violette stralingen door naar de aarde gaat, wat weer zorgt voor meer huidkanker bij mensen. Het gebruiken van minder schadelijke stoffen voor de ozonlaag kan ervoor zorgen dat de laag constant blijft of zelf dikker gaat worden.

 

De lagen in de atmosfeer (waaronder troposfeer en stratosfeer)